Bijna de helft van de woningzoekenden op de particuliere huurmarkt wordt opgezadeld met een tijdelijk huurcontract, blijkt uit onderzoek van Investico in samenwerking met Trouw en De Groene Amsterdammer. De Woonbond wil dat de inzet van tijdelijke contracten aan banden wordt gelegd. Nu kunnen commerciële verhuurders die inzetten wanneer ze willen, en dat gebeurt dus ook massaal. Bij 47 procent van de verhuringen uit de steekproef werd een tijdelijk contract aangeboden. Sinds 2016 is het mogelijk om een huurcontract van maximaal twee jaar aan te bieden. Woonbonddirecteur Zeno Winkels: ‘Wij willen een einde aan deze draaideurcontracten waarmee huurders zo weer op straat staan. Het zorgt ervoor dat huurders minder makkelijk aan de bel trekken bij slecht onderhoud, of een te hoge huur of servicekosten. Aan het eind van de rit staan ze op straat en gaat de woning opnieuw in de tijdelijke verhuur tegen een nog hogere prijs. Wie nu de huurmarkt op komt is gedoemd in woononzekerheid te leven.’
Bij de invoering beloofde toenmalig minister van Wonen Stef Blok (VVD) dat vaste huurcontracten de norm zouden blijven. Winkels: ‘Dat fabeltje is nu in ieder geval onderuit gehaald’. Volgend jaar wordt de wet Doorstroming Huurmarkt die de tijdelijke contracten mogelijk maakten, geëvalueerd. Toch heeft minister Ollongren in een recent wetsvoorstel een uitbreiding van de de mogelijkheden voor tijdelijke contracten opgenomen. Winkels: ‘Bizar, aangezien we zien hoe deze contracten de positie van huurders hebben verslechterd.’ De wet ligt nu ter consultatie. GroenLinks en PvdA komen juist met een wetsvoorstel om de tijdelijke contracten af te schaffen. De Woonbond heeft samen met burgerbeweging DeGoedeZaak een petitie tegen de wooncrisis lopen, waarin ook de oproep wordt gedaan deze draaideurcontracten aan te pakken. Die is inmiddels ruim 13.000 keer getekend. Winkels: ‘Huurders verdienen woonzekerheid. Het is tijd dat het kabinet dat ook inziet.’
Overgenomen uit Nieuwsbrief 150 van de Rotterdamse Sociale Alliantie, 10 december 2020